7 juni 2024
De analogie van de olifant is een oud Soefi verhaal. Het Soefisme is een mystieke stroming binnen de Islam met wijsheden gebaseerd op de Koran maar ook uit het Hellenisme en Christendom. Het verhaal leert ons dat het zinloos is de wereld te beschouwen enkel vanuit ons eigen, beperkte perspectief. Als we uit de illusie raken dat we met onze eigen, aardse zintuigen de gehele waarheid kunnen overzien, zijn we in staat te verbinden met anderen. Het verdiepen in andermans perspectieven is leerzaam en zet aan tot reflectie. Daarbij draagt het bij aan meer harmonie en gaat het polarisatie en verharding in de maatschappij tegen. ( Idries Shah, 1967, Tales of the Dervishes. Teaching stories of the Sufi Masters over the Past Thousand Years ) 'Voorbij Ghor was een stad, wiens inwoners allemaal blind waren. Op een dag kwam er een koning met zijn hofhouding en zijn leger naar deze stad en zette daar zijn kamp op. Deze koning bezat een olifant, die hij gebruikte om ontzag af te dwingen bij de mensen. De mensen stonden te popelen om de olifant te zien en sommige blinden renden vooruit om te ontdekken wat het was. En omdat ze geen idee hadden wat de vorm of het uiterlijk van de olifant was, verzamelden ze informatie door een gedeelte ervan te betasten. Ieder van hen dacht dat hij iets begrepen had, omdat hij een gedeelte op de tast onderzocht had. Toen ze met het nieuws terugkwamen bij hun stadgenoten werden ze onmiddellijk omgeven door mensen die nauwelijks konden wachten om van hen – die het zelf verkeerd begrepen hadden – te horen wat ze dachten dat de waarheid was. Ze stelden vragen over de vorm en het uiterlijk van de olifant en ze luisterden naar wat hen daarover werd verteld. De man die het oor had aangeraakt werd gevraagd om de aard van de olifant te beschrijven en hij zei: “Het is een groot, ruw ding, zo groot als een tapijt.” Degene die de slurf had aangeraakt zei: “Ik weet wat het is. Het is een rechte en holle pijp, vreselijk en vernietigend.” Degene die een poot had onderzocht zei: “Het is krachtig en stevig, zoals een pilaar.” Ieder van hen had op de tast een gedeelte van het lichaam van de olifant onderzocht. Maar geen van hen had daardoor een juist beeld van het gehele lichaam gekregen. In plaats daarvan vormden ze allemaal hun eigen beeld van het geheel, maar die voorstellingen waren niet juist.’